Bauwinlaan – langs de sporthal – voetpad richting Hoogboomsteenweg – verkeerslichten Hoogboomsteenweg – via voetpad Hoogboomsteenweg – verkeerslichten Hoogboomsteenweg – zebrapad Kazerneweg aan asielcentrum– voetpad Kazerneweg en Bauwinlaan tot school
Wandelen in de Kazerneweg richting sporthal Oefenen vaardigheid 1ste leerjaar A en B |
Oversteken op het zebrapad Kazerneweg aan de sporthal met bevoegd persoon Oefenen vaardigheid 1ste leerjaar E |
Wandelen in de Kazerneweg richting Hoogboomsteenweg via fietspad Oefenen vaardigheid 1ste leerjaar G |
Oversteken van de Hoogboomsteenweg op het zebrapad bij de verkeerslichten Oefenen vaardigheid 1ste leerjaar D |
Wandelen Hoogboomsteenweg richting Kazerneweg naast fietspad Oefenen vaardigheid 1ste leerjaar A Oefenen vaardigheid 1ste leerjaar B Extra aandacht fietspad |
Oversteken van de Hoogboomsteenweg hulp vragen aan een bekend persoon Oefenen vaardigheid 1ste leerjaar F |
Oversteken op het zebrapad Kazerneweg aan asielcentrum Oefenen vaardigheid 1ste leerjaar C |
Wandelen in de Kazerneweg richting de school Oefenen vaardigheid 1ste leerjaar A Oefenen vaardigheid 1ste leerjaar B |
Vaardigheden
A. Stappen zelfstandig en veilig op een voetpad
- Aandachtspunt 1: niet aan de straatkant, wel aan de huizenkant.
- Aandachtspunt 2: stappen, niet lopen, niet spelen, niet duwen.
- Aandachtspunt 3: aandacht hebben voor het verkeer, opritten, fietspad,…
B. Stappen rond een hindernis op het voetpad (boom, paal,…)
- Aandachtspunt 1: niet aan de straatkant, wel aan de huizenkant.
- Aandachtspunt 2: stappen, niet lopen, niet spelen, niet duwen.
C. Oversteken in een rustige straat in zeven tellen op het zebrapad
- Aandachtspunt 1: stoppen aan de stoeprandstrook van het voetpad, niet op de rijweg.
- Aandachtspunt 2: duidelijk maken dat je wil oversteken, start oversteken in 5 tellen.
Tel 1: eerst naar links kijken, want het dichtstbijzijnde verkeer komt van daar.
Tel 2: dan naar rechts kijken, indien er verkeer komt, moet je even wachten.
Tel 3: links kijken, als de weg vrij is of als iedereen gestopt is, de weg recht oversteken, niet lopen, hoofd omhoog.
Tel 4: voor de helft van de rijbaan naar rechts kijken en stappen.
Tel 5: over de helft van de rijvaan flink doorstappen tot aan de overkant, aandachtig blijven tijdens het oversteken.
D. Oversteken op een zebrapad bij verkeerslichten
- Aandachtspunt 1: zelfstandig op de knop van het verkeerslicht drukken.
- Aandachtspunt 2: stoppen aan de stoeprandstrook van het voetpad, niet op de rijweg.
- Aandachtspunt 3: rood = blijven wachten.
- Aandachtspunt 4: groen = oversteken.
- Aandachtspunt 5: kijk eerst naar beide kanten om te zien of het veilig is voor je oversteekt.
- Aandachtspunt 6: goed doorstappen en aandachtig blijven tijdens het oversteken, blijven uitkijken naar beide kanten.
- Aandachtspunt 7: als het rode mannetje verschijnt terwijl je oversteekt, blijven doorstappen.
E. Oversteken op een kruispunt met een bevoegd persoon (verkeersagent)
- Aandachtspunt 1: stoppen aan de rand van het voetpad of de berm.
- Aandachtspunt 2: armen in het verlengde = oversteken.
- Aandachtspunt 3: armen dwars = stoppen.
- Aandachtspunt 4: armen omhoog = stoppen, kruispunt niet meer opstappen of kruispunt zo snel mogelijk verlaten.
- Aandachtspunt 5: zelf aandachtig blijven tijdens het oversteken.
F. Hulp vragen aan een bekende volwassene om over te steken
- Aandachtspunt 1: durf aan een bekende volwassene te vragen om te helpen bij het oversteken.
G. Stappen op de berm of het fietspad als er geen voetpad is
- Aandachtspunt 1: altijd uiterst links op de berm/fietspad/rijweg stappen.
- Aandachtspunt 2: zeer oplettend zijn, zowel voor voor- als achterliggers, niet naar de grond kijken.
- Aandachtspunt 3: gezien worden door bijvoorbeeld reflecterende kledij te dragen.