Traject 3

Bauwinlaan – langs de sporthal – voetpad richting Hoogboomsteenweg – verkeerslichten Hoogboomsteenweg – via voetpad Hoogboomsteenweg naar Bernard De Vadderlaan – Bernard De Vadderlaan – oversteken Bernard De Vadderlaan – Bernard De Vadderlaan richting Hoogboomsteenweg – Zebrapad Hoogboomsteenweg – Hoogboomsteenweg tot aan verkeerslichten Kazerneweg – oversteken Kazerneweg – voetpad richting Bauwinlaan- tussen auto’s aan parking oversteken – voetpad Kazerneweg en Bauwinlaan tot school

Wandelen Bauwinlaan tot fietspad en oversteken zebrapad Kazerneweg
Oefenen vaardigheid 3de leerjaar A en B en C en D
1 x oversteken van de Hoogboomsteenweg op het zebrapad bij de verkeerslichten
Oefenen vaardigheid 3de leerjaar E
Wandelen Hoogboomsteenweg richting Bernard De Vadderlaan
Oefenen vaardigheid 3de leerjaar A en B en C
Wandelen Bernard De Vadderlaan
Oefenen vaardigheid 3de leerjaar F
Oversteken Bernard De Vadderlaan
Oefenen vaardigheid 3de leerjaar G
Wandelen Bernard De Vadderlaan
Oefenen vaardigheid 3de leerjaar F
Oversteken Hoogboomsteenweg
Oefenen vaardigheid 3de leerjaar H
Wandelen Hoogboomsteenweg richting Kazerneweg
Oefenen vaardigheid 3de leerjaar A en B en C
1 x oversteken van de Hoogboomsteenweg op het zebrapad met verkeerslichten
Oefenen vaardigheid 3de leerjaar E
3 x oversteken tussen geparkeerde auto’s
Oefenen vaardigheid 3de leerjaar I

Vaardigheden

A.  Stappen zelfstandig en veilig op een voetpad

  • Aandachtspunt 1: niet aan de straatkant, wel aan de huizenkant.
  • Aandachtspunt 2: stappen, niet lopen, niet spelen, niet duwen.
  • Aandachtspunt 3: aandacht hebben voor het verkeer, opritten, fietspad,…

B. Stappen rond een hindernis op het voetpad (boom, paal,…)

  • Aandachtspunt 1: niet aan de straatkant, wel aan de huizenkant.
  • Aandachtspunt 2: stappen, niet lopen, niet spelen, niet duwen.

C.  Rond een hindernis stappen die de stoep verspert

  • Aandachtspunt 1: stoppen bij de hindernis.
  • Aandachtspunt 2: omkijken naar de rijbaan.
  • Aandachtspunt 3: wachten tot de rijbaan veilig is.
  • Aandachtspunt 4: kort om de hindernis heen stappen.

D.  Oversteken in een rustige straat in zeven tellen op het zebrapad

  • Aandachtspunt 1: stoppen aan de stoeprandstrook van het voetpad, niet op de rijweg.
  • Aandachtspunt 2 : duidelijk maken dat je wil oversteken, start oversteken in 7 tellen.
    Tel 1: eerst naar links kijken, want het dichtstbijzijnde verkeer komt van daar.
    Tel 2: dan naar rechts kijken, indien er verkeer komt, moet je even wachten.
    Tel 3: dan weer naar rechts kijken.
    Tel 4: rechts kijken.
    Tel 5: links kijken, als de weg vrij is of als iedereen gestopt is, de weg recht oversteken, niet lopen, hoofd omhoog.
    Tel 6: voor de helft van de rijbaan naar rechts kijken en stappen.
    Tel 7: over de helft van de rijbaan flink doorstappen tot aan de overkant, aandachtig blijven tijdens het oversteken.

E.  Oversteken op een zebrapad bij verkeerslichten

  • Aandachtspunt 1: zelfstandig op de knop van het verkeerslicht drukken.
  • Aandachtspunt 2: stoppen aan de stoeprandstrook van het voetpad, niet op de rijweg.
  • Aandachtspunt 3: rood = blijven wachten.
  • Aandachtspunt 4: groen = oversteken.
  • Aandachtspunt 5: kijk eerst naar beide kanten om te zien of het veilig is voor je oversteekt.
  • Aandachtspunt 6: goed doorstappen en aandachtig blijven tijdens het oversteken, blijven uitkijken naar beide kanten.
  • Aandachtspunt 7: als het rode mannetje verschijnt terwijl je oversteekt, blijven doorstappen.

F.  Stappen op de berm/rijbaan of het fietspad als er geen voetpad is

  • Aandachtspunt 1: Altijd uiterst links op de berm/fietspad/rijweg stappen.
  • Aandachtspunt 2: Zeer oplettend zijn, zowel voor voor- als achterliggers, niet naar de grond kijken.
  • Aandachtspunt 3: Gezien worden door bijvoorbeeld reflecterende kledij te dragen.

G.  Oversteken in een rustige straat in 7 tellen zonder zebrapad

  • Aandachtspunt 1: Kies een veilige plaats om over te steken, denkbeeldige stoeprandstrook.
  • Aandachtspunt 2: Duidelijk maken dat je wil oversteken, start oversteken in 5 tellen.
    Tel 1: eerst naar links kijken, want het dichtstbijzijnde verkeer komt van daar.
    Tel 2: dan naar rechts kijken, indien er verkeer komt moet je even wachten.
    Tel 3: links kijken, als de weg vrij is of als iedereen gestopt is, de weg recht oversteken, niet lopen, hoofd omhoog.
    Tel 4: voor de helft van de rijbaan naar rechts kijken en stappen.
    Tel 5: over de helft van de rijbaan flink doorstappen tot aan de overkant, aandachtig blijven tijdens het oversteken.

H.  Oversteken op een zebrapad met een bevoegd persoon (verkeersagent)

  • Aandachtspunt 1: stoppen aan de rand van het voetpad of de berm.
  • Aandachtspunt 2: armen in het verlengde = oversteken.
  • Aandachtspunt 3: armen dwars = stoppen.
  • Aandachtspunt 4: armen omhoog = stoppen, kruispunt niet meer opstappen of kruispunt zo vlug mogelijk verlaten.
  • Aandachtspunt 5: zelf aandachtig blijven tijdens het oversteken.

I.  Oversteken tussen geparkeerde auto’s

  • Aandachtspunt 1: kies een plek waar GEEN bestuurders in de geparkeerde auto’s zitten.
  • Aandachtspunt 2: stap tussen de auto’s tot waar je een overzicht hebt op de rijbaan (kijklijn).
  • Aandachtspunt 3: oversteken in 7 tellen.
  • Aandachtspunt 4: recht oversteken, niet lopen.
  • Aandachtspunt 5: aandachtig blijven tijdens het oversteken, hoofd omhoog.